U bent hier

Casco Phil

CP
Kursaal Classics

16:15: Inleiding Frank Pauwels in de Ridderzaal
17:00: Concert

Uitvoerders
Casco Phil 
Michiel Delanghe, muzikale leiding
Liebrecht Vanbeckevoort, piano

Programma

Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) 
              | Coriolanus ouverture, opus 62
              | Pianoconcert nr.5 in Es-groot, opus 73 ''Keizer''
                            - Allegro
                            - Adagio un poco mosso
                            - Rondo: Allegro ma non troppo 

***pauze***

Ludwig van Beethoven | Symfonie nr. 7 in A, opus 92
                            - Poco sostenuto – Vivace
                            - Allegretto
                            - Presto
                            - Allegro con brio

Programmatoelichting

Coriolanus ouverture 
Beethoven schreef bijna een dozijn ouvertures. De Coriolanus ouverture werd in 1807 gecomponeerd voor een uitvoering van het nu obscure toneelmuziek uit 1804 met dezelfde naam van Heinrich Joseph von Collin. Beethoven componeerde die ouverture uit eigen beweging, in de hoop dat het hem een ​​contract zou opleveren bij de Weense theaters voor meer opera's. Een contract kwam er nooit...
De Coriolanus ouverture is een zogenaamde programmaouverture. Dat wil zeggen dat in de muziek reeds de handeling die nog moet komen voelbaar is: het heimwee van de verbannen Romeinse leider, die echter vast overtuigd is van zijn gelijk en zijn uiteindelijke terugkeer. Naar de vorm is deze ouverture eigenlijk een “symfonisch gedicht”. Beschrijvende muziek dus, een typisch romantisch genre.

Beethoven zag in Coriolanus een soort van verlichte held tegenover een wereld van onwetendheid - iets wat Beethoven vaak over zichzelf voelde. Het is een stormachtige compositie en perfect voor een drama vol tragedie en persoonlijk berouw. Gaius Marcius Coriolanus was een Romeinse generaal uit de 5e eeuw die succesvolle campagnes tegen de vijanden van Rome had geleid. Zoals zoveel generaals ontwikkelde hij politieke aspiraties, maar slaagde daar niet in en werd eruit gegooid. Uit wraak werd hij verrader en leidde hij een leger van zijn voormalige vijanden om Rome aan te vallen. Zijn moeder smeekte hem om ermee op te houden, maar het was te laat om terug te keren. In een vlaag van spijt en schaamte pleegde hij zelfmoord. 

Beethovens ouverture volgt de tweedelige structuur van het stuk en geeft een muzikaal voorproefje van het drama. In het openingsthema horen we Coriolanus’ heldhaftigheid en kracht, het verlangen naar wraak, met hints van spijt. Een tweede, meer lyrisch thema geeft stem aan de smeekbeden van zijn moeder. De daaruit voortvloeiende muzikale ontwikkeling portretteert Coriolanus’ strijd tussen het wreken van zijn eer en liefde voor zijn familie. Eindelijk keert het openingsthema terug, maar deze keer is de kracht weg en vervaagt het tot stilte.

Vijfde pianoconcert
Met zijn zeven concerto’s (vijf voor piano, één voor viool en één voor pianotrio) verdwijnt Beethoven in het niet naast Haydn en Mozart. Ook vormelijk voegt Beethoven weinig toe aan de aloude traditie. Zijn concerto’s bestaan allemaal uit drie delen: een dynamisch klinkende sonatevorm om mee te beginnen, een langzame zangerige tweede deel en een kwiek rondo of een actieve sonatevorm als finale. Het nieuwerwetse aan Beethovens concerto’s zat dus niet in de kwantiteit of de formele structuur, maar wel in de dialoog die hij tussen solist en orkest uittekende. Beethoven serveerde geen platte orkestrale begeleiding van een opschepperige solostem. Hoe meer aandacht hij besteedde aan de uitwerking van de virtuositeit van de pianopartij, hoe meer hij ook het orkest gewicht gaf. De grootschalige orkestpassages in het 3e en 5e pianoconcert tonen aan dat het concerto stilaan symfonische allures kreeg. 

Naast al dat orkestraal vernuft wist Beethoven ook de solistenpartij met tal van nieuwigheden op te tooien. Het werk begint al meteen met een lang uitgesponnen, schijnbaar geïmproviseerde solo van de pianist, af en toe gekruid met enkele akkoorden van het orkest. Het Weense publiek was weliswaar vertrouwd met zulke geïmproviseerde ‘cadenza’s’, maar verwachtte die, in aansluiting bij de traditie van Mozarts klavierconcerti (en ook van Beethovens vier eerdere genregenoten), als uitsmijter van het eerste deel en nog niet bij het begin. De introductie keert net voor de reprise terug, eveneens op een moment waarop men dit niet zou verwachten. Het uitwerken van onderlinge relaties tussen en binnen de verschillende delen  - één van ‘s mans stokpaardjes - speelt ook in het concertwerk een grote rol. In het Vijfde Pianoconcerto doet hij dat door alle delen aan elkaar te smeden.

In het 5e pianoconcert begint al van bij de start, dus zonder sfeerscheppende of thematische proloog, het samenspel tussen solist en orkest. En dat is drama verzekerd. Het weerwerk tussen beide is al in volle gang nog vóór de eerste orkesttutti. Met behulp van gespierde akkoorden horen we confrontatie en twist tussen solist en orkest, onrust, twijfels,  spannend en tragisch. Een krachtig, revolutionair werk met een grote emotionele spanwijdte. Het 5e pianoconcert zag het daglicht toen Napoleon in 1809 voor de tweede maal voor de poorten van Wenen stond.

Het is ironisch dat het 5e pianoconcert de titel ‘Keizer’ is gaan dragen van de man die verantwoordelijk is voor de ellende in Wenen. Beethoven had enkele jaren eerder grote bewondering uitgesproken voor Napoleon Bonaparte, maar keerde zich in 1803 tegen hem toen die zich tot keizer liet kronen. 

Dat Beethoven al zijn concerto’s schreef vóór 1809, is niet zo verwonderlijk. Beethovens naam was hoofdzakelijk verbonden met z’n pianospel en dus waren de concerto’s die hij schreef voornamelijk voor eigen gebruik. Pas na 1809, toen hij het zich kon veroorloven wat meer te componeren en minder op te treden, had hij het concerto als bron van inkomsten niet meer nodig. Moeten we daaruit besluiten dat het genre voor Beethoven niet meer dan broodwinst was? Gezien de luister en artisticiteit van zijn concerto’s valt zoiets bezwaarlijk te geloven. Al had hij in 1815 nog plannen voor een 6e pianoconcert, toch stak de componist z’n latere creativiteit liever in klavier-, kamer- en orkestmuziek

Zevende symfonie
Het jaar 1812 was een druk jaar voor de toen al beroemde, maar dove Beethoven. Een speciale gebeurtenis was dat hij eindelijk Goethe ontmoette. Hij moet toen ook zijn ‘Unsterbliche Geliebte’ zijn tegengekomen, wie dat ook geweest moge zijn. Die liefde was weer gedoemd ongelukkig te blijken. Bovendien begon hij zich te bemoeien met het leven van zijn jongste broer Casper Anton. Tussendoor vond hij tijd om enkele nieuwe werken te componeren, waaronder zijn Symfonie 7. Beethovens zevende is veruit de meest bucolische en energieke van al zijn symfonieën. Meer dan om het even welke andere symfonie focust Beethoven in de Zevende op ritmische en metrische stuwkracht. De meeste delen, zelfs het - niet echt - trage deel, worden ondersteund door strakke ritmische formules. Die aanpak geeft de zevende iets opzwepend, zeker in de hoekdelen, die met een bruuskheid op de luisteraar afkomen die typisch is voor Beethoven.

De compositie beleefde zijn creatie op 8 december in 1813 tijdens een speciaal benefietconcert voor Oostenrijkse en Beierse soldaten die in de strijd tegen Napoleon gevallen waren. 1813 is het jaar van de verschrikkelijke Franse terugtocht uit Rusland. Het is muziek uit e en tijd vol wapengekletter, strijdgewoel, overwinningskreten en jammerklachten van de gewonden en overwonnenen. Vandaar dat felle, contrastrijke, stuwende accenten, die geheven vuist en uiteindelijk wild dansend, hetgeen Wagner ertoe gebracht heeft die partituur de Apotheose van de Dans te noemen.

Beethoven richt zijn aandacht in de 7e symfonie vooral op die segmenten van de symfonische vorm die musicologen als de doorwerking aanduiden. Nadat hij in de openingsmaten van elk deel uit deze symfonie de hoofdthema’s heeft voorgesteld (de zogenaamde expositie), neemt hij in de doorwerking de tijd om dat thematisch materiaal te bewerken en te ontwikkelen. Uit de kleinste muzikale bouwstenen leidt hij almaar nieuwe vormen en varianten af. Er worden stukjes van een thema afgesplitst en op een nieuwe wijze met elkaar gecombineerd, het thema wordt door de meest kleurrijke toonsoorten gevoerd, de componist laat solo-instrumenten in een levendige dialoog treden, en ga zo maar door. Door op die manier met het in het oor geprente thematische materiaal aan de slag te gaan, bereikte Beethoven een enorme samenhang en overtuigingskracht. 

Alles wat klinkt, klinkt noodzakelijk, nagenoeg elke maat van de partituur kan verklaard worden als een afgeleide van de melodische en ritmische motieven uit de openingsmaten. 

Biografieën

Casco Phil 
Ensembles bestaan er in alle maten en soorten. En toch onderscheidt Casco Phil zich in die veelheid. Niet alleen door het onverwachte van de programma’s, maar ook door zijn kameleontische karakter. Casco Phil omschrijft zichzelf - niet als een klassiek, traditioneel orkest - maar als een flexibel collectief. Flexibel, als in: uiterst wendbaar en telkens weer anders, en verrassend. De artistieke leiding is in handen van Benjamin Haemhouts. Hij koos ervoor om te werken met een vaste groep van ongeveer 35 musici, die naargelang het project moeiteloos wordt verkleind of uitgebreid. Kansen geven aan jong compositietalent behoort tot de pijlers. Belgische talentvolle solisten krijgen een prominente plaats. 
Casco Phil is een Creatieve, Avontuurlijke, Sociaal-geëngageerde Culturele Organisatie en behoort in- middels tot de top in Europa.

Michiel Delanghe
Michiel Delanghe behaalde in 2012 zijn masterdiploma orkestdirectie aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. Sindsdien stond hij onder meer op het podium met verscheidene Spaanse orkesten, Orchestre National de Lille, maar ook met de Belgische orkesten als Belgian National Orchestra, Antwerp Symphony Orchestra en Brussels Philharmonic, waarmee hij de cd-opname van ‘Carmen Amoris’ van Jan Van der Roost realiseerde. 

Bezield door het lyrische repertoire en door alle scenische, dramaturgische en productionele aspecten van « opera », doorzwom Michiel Delanghe zowat alle watertjes. Sinds 2017 is hij gastdocent aan het departement « directie » van het Koninklijk Muziekconservatorium van Antwerpen. 

Liebrecht Vanbeckevoort
Als laureaat en publiekslieveling van de Koningin Elisabethwedstrijd in 2007, bouwde Liebrecht Vanbeckevoort een ijzersterke reputatie op als concertpianist. Sindsdien concerteert hij op internationale podia in Europa, Israël, China, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Canada en de Verenigde Staten.

Zijn omvangrijke repertoire reikt van Bach tot vandaag en omvat meer dan 40 met orkest uitgevoerde pianoconcerti van o.m. Bach, Mozart, Beethoven (het integrale werk voor piano en orkest), Chopin, Brahms, Liszt, Grieg, Ravel, Gershwin, Rachmaninov, Tsjaikovski, Prokofjev, Sjostakovitsj, … Als toegewijd kamermusicus deelt Liebrecht het podium met gelauwerde artiesten en vele van deze samenwerkingen kregen een belangrijke plaats in zijn discografie, die inmiddels 14 cd-opnames telt en internationaal wordt gewaardeerd en uitgezonden.
 

Koop tickets
Opgelet, koop enkel tickets via de officiële verkoopskanalen.

Deel dit evenement

Praktisch

Deze activiteit is helaas voorbij.

Prijzen

€ 55 - € 45 - € 35 (incl.reservatiekosten)

Kortingen op losse tickets:
Jongeren <26j - 40% korting
+65j - 10% korting
Groepen vanaf 10 personen: prijs op aanvraag via hallo@kursaaloostende.be
Koop tickets
Opgelet, koop enkel tickets via de officiële verkoopskanalen.

Boxoffice

Toerisme Oostende
Monacoplein 2
Open 7/7

Organisatie

Kursaal Oostende

Boek hier je verblijf

Bijvoorbeeld: 2024-04-19
Bijvoorbeeld: 2024-04-19

Restaurants in de buurt

Restaurant Le Bassin

Brassi Grand Café

Smowk

Tex Mex

Bistro Bottarga

Poule & Poulette

l'Apéro

l'Apéro Oostende

Brassi Casino Restaurant