You are here

Dirk Brossé

Wat roept Oostende bij je op?
Zo voor de vuist weg drie dingen. Natuurlijk de zee, waar ik altijd onmiddellijk naar toe ga bij aankomst. Dan is er ook het begrip ‘Stad aan Zee’, Oostende is een echte stad met een zekere envergure. Maar voor mij is Oostende ook ‘Kunst aan Zee’: de meeste kustgemeenten zijn niet meteen plekken waar je naartoe gaat voor cultuurbeleving. Oostende is een echte cultuurstad. Ik denk meteen aan Spilliaert en Ensor.

Wat is je oudste herinnering aan Oostende?
Als kind ging ik geregeld naar Lombardsijde. Maar mijn oudste herinnering aan Oostende verwijst naar een jeugdvriend. Zijn ouders hadden aan het Kursaal een appartement in de Andromeda die in de jaren zeventig nog in aanbouw was. Hij was enkele jaren ouder. We zaten samen op school, in de Kunsthumaniora. Toen ik 16 was nodigde hij me uit om de Langestraat te bezoeken. Dat was nogal een buurt. Je mag dat zeker een puberaal bezoek noemen. Hij wijdde me in in bepaalde activiteiten die ik nog niet beleefd had. 

Welke Oostendenaars inspireren je, roepen je bewondering op, verrassen of verbazen je?
Ongetwijfeld Spilliaert en Ensor. Met een lichte voorkeur voor Spilliaert. Zijn kunst had meer te maken met de zee. Ensor zou in elke andere grote stad kunnen hebben geleefd, Spilliaert was meer verbonden met de zee, de zeedijk, het strand, het vissersleven. Zijn strakke lijnen en kleurvlakken. Ja, zijn kleurenpalet vind ik fantastisch. Ook het uitgepuurde. En dan dat nachtelijke, die somberheid, de droefheid, de drukkende eenzaamheid. 

Hoewel ik hem niet persoonlijk ken, heb ik heel veel bewondering voor Kamagurka. Zo’n scherpe geest, zo’n frisse kijk op de maatschappij. Hij kan een gebeurtenis in één prent vatten. Zijn tekenstijl ligt me niet altijd, maar hij is  zo spitsvondig. Je kunt hem vergelijken met een Urbanus, die ik dan weer wel persoonlijk ken. Onder het mom van de eeuwige grappenmaker huist een erg kritische houding tegenover de maatschappij. Kama heeft dat ook. Il faut le faire.

Ik heb ook veel bewondering voor Frank Nuyts, een collega componist. Een echt miskend genie. Hij schrijft muziek die wat hermetisch is, niet begrepen wordt. Ik vermoed dat zijn schrijfsels wat te getormenteerd aandoen. De mens is op zich al getormenteerd in zijn bestaan en kan dat er blijkbaar niet bij hebben. In Nuyts’ muziek ervaar je geen helende kracht of krijg je geen therapeutisch rustgevend antwoord op de hectiek van het leven. Ik ervaar iets gelijkaardigs in mijn eigen werk. Wanneer ik composities creëer waarin een soort vereenvoudiging en wat meer herhaling voor komt, wordt dat blijkbaar meer gesmaakt en beluisterd.

Wat is je favoriete plekje in Oostende?
Mijn absolute favoriete plek, waar ik altijd naar toe ga, zijn de Koninklijke Gaanderijen en daar aan palend het restaurant / cafetaria van het Thermae Palace. Op het strand, pal voor de Gaanderijen en het hotel zie je een imposante open constructie , een kunstwerk dat verwijst naar het Lam Gods van Jan Van Eyck. Een indrukwekkende blikvanger.

Je favoriet Oostends woord of uitdrukking? 
’t Zeetje. Ik hoor veel verschillende West-Vlaamse dialecten, maar er is maar één volk dat dit woord zo kan uitspreken. Je hoort eraan of je van Oostende bent of niet.

Wat wens je Oostende toe?
Met de opwarming van de aarde en het stijgen van de zeespiegel (binnenkort, al over 80 jaar is het zover), hoop ik dat Oostende en de andere kustgemeentes op een gepaste, goede manier aan oplossingen denken. Als grootste kustgemeente moet Oostende daar het voortouw in nemen.

Ik hoop dat Oostende zich blijft inzetten op cultuur, dat doen ze wel hoor met de vele nieuwe initiatieven de laatste jaren. Zijn CAZ (Conservatorium aan Zee) is trouwens een van de beste van het land. Maar ik denk ook, zonder nostalgisch te worden, aan het grootse verleden bijvoorbeeld van het Kursaal met die grote orkesten en belangrijke internationale figuren. Ik hoop dat Oostende daar de nodige middelen voor ter beschikking stelt. Er is een publiek voor, ook vandaag. Al moeten we wel rekening houden met het feit dat de wereld sterk is veranderd.

Oostende wil zich profileren als ideale citytrip. Waaraan ontbreekt het de stad?
Oostende is natuurlijk een stad. Je hebt wel de zee en het strand, het open universum, maar de stad voelt ook aan als echt volgebouwd, waarbij voor mij het ruimtegevoel soms ontbreekt. 

Vroeger had ik ook altijd het beeld dat het een vuile stad was. Het is veel verbeterd, absoluut, maar ik zou willen dat je achter elk hoekje in een soort sprookjeswereld terecht komt. Ik denk aan wat Barcelona heeft gedaan: in elke straat is er iets dat de moeite waard is om te ontdekken. Zo zou ik pleiten dat Oostende meer inzet op het nog aanlokkelijker maken van de vele verborgen plekjes: een ontdekkingstocht creëren naar het toch nu toe onbekende. 

Wat is je belangrijkste zintuig in Oostende?
Mijn reukzin, om zo snel mogelijk bij de zee te zijn. Ik ben geen Oostendenaar. Ik kom altijd op dezelfde manier aan, enkele uren te vroeg. Ik rij richting Kursaal, paarkeer me daar en ga direct naar de zeedijk. Ik geef toe dat ik weinig van de binnenstad ken.

Wat is je favoriete activiteit in Oostende?
Ik heb er twee eigenlijk. Als ik een concert heb moet ik altijd eerst een wandeling kunnen maken op de dijk. Na afloop van het concert, als het niet te laat is, hou ik van een goed restaurant. De culinaire diversiteit en kwaliteit is heel belangrijk. Zo was/is restaurant Lusitania een belangrijke plek voor mij. 

Waarom keer je graag terug naar Oostende?
Ik heb een blijvende herinnering aan mijn jeugdjaren in de jaren zeventig. Geregeld, om de twee/drie maanden spraken we af met vrienden, ook vrienden uit Engeland, in het appartement van mijn beste vriend in de Andromeda. Ik zat al op het conservatorium van Gent. Het waren zeer culturele jongens en meisjes. Een prachtige tijd was dat. Jammer dat mijn vriend zo jong gestorven is. Ons groepje is daarna uiteen gevallen. Maar dat was echt mijn enige ontspanning. Nooit heb ik of ga ik zomaar pinten pakken ter ontspanning. 
 

In het Feestconcert à l'Ostendaise brengt Prima La Musica o.l.v. dirigent-componist Dirk Brossé een pittig, verrassend, gevarieerd en wervelend feestprogramma. Want feesten doen we zeker, nu het Kursaal opnieuw de muziek kan laten klinken. Soliste van dienst is de gelauwerde sopraan Elise Caluwaerts. 

Wil je weten wat Tsjaikovski, Mozart, Grieg, Gershwin, Bernstein, Piazolla, Chaplin en jawel, James Ensor gemeen hebben kom dan op 19 december 2021 naar het Kursaal. We meten dan graag jullie ‘polsslag van de vreugde’ bij het beluisteren van muziek.

Share this blog